Nachtmerrie
Door: Bernadette
Blijf op de hoogte en volg Bernadette
26 Mei 2007 | Cambodja, Phnom-Penh
In Saigon mag je de excursie naar de Cu Chi tunnels niet missen. Deze tunnels faliciteerden de Việt Cong van een plattelandsgebied slechts dertig kilometer buiten Saigon. Op zijn hoogtepunt reikten de tunnels van Saigon tot de grens van Camboja. Alleen al in het district van Cu Chi hadden de tunnels een lengte van meer dan tweehonderd kilometer.Na grondoperaties die op de tunnels mikten en een groot aantal ongevallen opleverden zonder effectief te zijn, veranderde het doelwit van de Amerikanen zich op de omgeving door deze te bombarderen tot een maanlandschap.
Voordat we naar de tunnels gingen, stopten we eerst nog bij een ‘Handicapped Handicraft’ werkplaats. De meeste mensen hier missen een (gedeelte van) hun be(e)n(en), en ik spotte een persoon die zijn handen en een gedeelte van zijn onderarmen mistte. De oorzaak zijn meestal de bommen en mijnen die nog in het gebied liggen. De regering heeft deze werkplaats opgezet zodat de mensen niet te hoeven gaan bedelen. Ze maken mooie dingen, zoals ingelegd met schelpen en eierschalen. Maar ik heb natuurlijk weer niets gekocht.
Daarna gingen we naar de tunnels. Er was nog een origineel gedeelte waar je de tunnel in kon en waar geen licht was. Maar omdat je je handen om erin te komen in de lucht moest steken en ik altijd bang ben om mijn arm uit de kom te draaien, heb ik er maar van afgezien. Ondanks dat ik wel mijn zaklantaarn bij me had. Verder kon je verschillende workshops zien van de Việt Cong. Er was uiteraard ook een medische tent waar je zowel over land als vanuit de tunnels kon komen. Gewonden werden op bananenbladeren vervoerd. Uiteindelijk gingen we de tunnel in. Hij was erg laag. En dat terwijl hij al verder uitgegraven was dan de oorspronkelijke (deze waren overigens allemaal met de hand uitgegraven, alle ruim tweehonderd kilometer). Gelukkig konden we er na honderd meter alweer uit, want je zou claustrofobisch worden. Eerlijk gezegd vond ik ze minder indrukwekkend dan de tunnels in de DMZ bij Đông Hà. Waarschijnlijk omdat je er, misschien omdat ze hoger waren, meer afstand in aflegde. Bovendien was ik daar de enige toerist, terwijl we hier met een bus waren gekomen en er nog veel meer mensen met bussen waren gekomen.
Nog even een paar weetjes. Việt Nam betekent dat de Việt-bevolking zich in het zuiden vestigden. Saigon betekent woud van kapokbomen. De gemiddelde temperatuur op dit moment ligt tussen de 27 en 33˚ C, met een luchtvochtigheid tussen de 84 en 87%.
Mekong
De volgende dag ben ik met een toer meegegaan om de Mekong te exploreren. De Mekongdelta beslaat een gebied van 40.000 km², heeft 13 provincies en er wonen 18 miljoen mensen (dat is dus 450 per km²). Klinkt je dat niet bekent in de oren? Bijna net zo groot als Nederland, één provincie meer en iets meer mensen. Je merkt het ook als je er doorheen rijdt. Met andere woorden, het is er erg druk.
We gingen met de gewone bus naar My Tho city, waar we met een boot een tochtje over de Mekong maakten. Het eiland waar we stopten heet Unicorn Eiland in de Bến Tre provincie, omdat het de vorm van, je raad het al, een Unicorn zou hebben. We gingen eerst thee drinken en tropisch fruit proeven; ananas, mango, jack fruit, banaan en rambutans. Er werd ook traditionele muziek gemaakt en wij mochten het zelf ook proberen. Dat viel nog niet mee. Daarna stond er een fietstocht van twee uur op het programma. Dit was erg leuk, want je ziet de Mekong delta op een authentieke manier en niet alleen als een toerist. Er is ook maar een agentschap in Saigon die fietstochten organiseert, dus je komt geen andere toeristen tegen. Het landschap is erg mooi, mams. Onderweg stopten we om een rijstpelfebriek te bekijken. Behalve het pellen van de rijst, wordt het ook nog gepolijst om het nog witter te maken.
Na de lunch gingen we naar een kokossnoepfabriek. We mochten ook een snoepje proeven. Erg lekker. Daarna weer een boottocht over de Mekong. Weer aan land moest ik afscheid nemen van de vier Amerikanen, want zij gingen terug naar Saigon. Ik had gedacht dat iedereen nog een dag bleef. Een stel broers had overigens een bekende zuster bij de agency, want zij was een van de eersten die deze toer gedaan had en staat op alle posters en folders afgedrukt.
De gids en ik gingen met de bus en twee boten naar de homestay bij Trá Ôn stad in de Vinh Long provincie. De familie heette me van harte welkom. Het eten was erg snel klaar en smaakte heerlijk. Het beste eten dat ik in Việt Nam gegeten heb. Ik ben dan ook tot de conclusie gekomen dat je het beste eten in de homestays krijgt. Na het eten gingen we vuurvliegjes vangen. Dat was erg leuk. We gingen met een bootje de rivier op. Eerst moesten we de vuurvliegje vinden om ze daarna met een soort vlindernet te vangen en in een plastic zakje doen. Doordat ze in dat zakje zaten, kon ik ze ook goed bekijken. Het ‘lampje’ zit aan de onderkant dwars op hun onderlijf en is langwerpig. De vliegjes zelf zijn bruin en erg oninteressant als je niet van hun ‘lampje’ weet. Ze zijn volgens mijn gids ook nutteloos. Ik bracht daar tegenin dat je ze in een plastic zakje als lamp kunt gebuiken wanneer de electriciteit uitvalt.
Iedereen heeft wel iets wat zijn grootste nachtmerrie is. Voordat ik aan mijn reis begon, fantaseerde ik over de mijne. Deze was dat ik ergens in de rimboe mijn arm uit de kom zou draaien. Ik fantaseerde dan ook dat ik een tak moest vinden em mijn arm naar beneden te laten hangen, wat gewicht van het een of ander eraan hangen en hem er dan zelf weer in zien te krijgen.
De volgende ochtend werd ik om kwart voor zes gewekt door mijn gids, want we zouden rambutans gaan plukken. Dit gaat met een lange stok waarvan het uiteinde geklieft is. Hiermee ‘pak’ je een tak beet en draait deze van de rest van de tak af. De rambutans werden verzameld in een grote mand. Nadat we er genoeg hadden geplukt, gingen de gids en ik, onder begeleiding van het elf-jarige nichtje van de homestay naar een pagode en steenfabriek. Dit was op een ander eiland, dus we moesten eerst met twee pontjes over. De steenfabriek was erg interessant. In de pagode waren ze aan het chanten, wat ook altijd mooi is om te horen. Om negen uur waren we weer terug in de homestay om naar de floating market te gaan (eerder was het water nog te laag). Onderweg pikten we nog een vriendin op van de vrouw waar we mee naar de floating market gingen. Gewoon voor de gezelligheid gaan ze altijd samen. De vrouwen vroegen 3000 đong per kilo, maar de meeste groothandels boden veel minder. Sommige mensen dachten dat ik de rambutans op de boot gekocht had. Maar wat moet ik nu met tientallen kilo’s rambutans? Ze zijn heerlijk, maar zoveel krijg ik alleen niet op. Ik was in ieder geval een bezienswaardigheid. Een paar jongens gooiden een paar Vietnamese aardbeien naar mij toe. Ze gooiden niet erg goed, dus probeerde ik ze op te vangen. Dat had ik niet moeten doen. Voordat ik het wist, draaide ik mijn arm uit de kom en werd mijn ergste nachtmerrie in de overtreffende trap waarheid. Want ik had er in mijn stoutste dromen niet aan gedacht dat het in een bootje op de Mekong kon gebeuren. Wat nu? Ik moest me in ieder geval kalm houden en ontspannen, want dan was het het minst pijnlijk. En ik moest proberen om me weer een beetje overeind te hijsen. Na in een redelijke postitie te zitten, probeerde ik mijn arm wat omlaag te bregen. De laatste keer was hij er op deze manier spontaan weer in gekomen. Of voorover hangen, want zo doen ze het altijd in het ziekenhuis. Ik bedacht mij dat als ik mijn arm op een bepaalde manier draaide, ik hem misschien weer in de kom zou draaien. En dat lukte. Wat een opluchting J. De gids, die achter me zat bleek niet door te hebben gehad wat er aan de hand was. En de andere twee vrouwen volgens mij al helemaal niet. Ze hadden wel door dat er iets aan de hand was, maar wat..... voordat we van boord gingen zag ik dat er een paar Vietnamese aardbeien aan boord lagen. Of dat de gids deze uit het water gevist had, weet ik niet.
Ondertussen waren ze vrouwen verder gevaren om hun rambutans te proberen te verkopen. Uiteindelijk verkochten ze ze voor 2500 đong per kilo. Op de markt worden ze verkocht voor 10.000, soms zelfs 15.000 đong per kilo. Ik had al bedacht dat ik een kilo had willen kopen voor 3000 đong, maar dat ging nu natuurlijk niet door. Ik had ook op de terugweg een stukje zullen roeien, want dat gaat hier op een bijzondere manier. De roeister staat op het achtersteven. De roeispanen staan gekruist en ik ben er nog steeds niet achter of ze ze nu duwt of trekt. Het is een interessante methode. Maar nu leek het mij niet zo verstandig om het uit te proberen.
Terug in de homestay heb ik mijn gids uitgelegd hoe ze een mitella voor me moest maken. De vorige keer had ik geen mitella gebruikt en dat was me niet zo goed bevallen. Bovendien kon ik daar niet blijven en op deze manier begrijpen mensen waarom ik zelf mijn bagage niet kan dragen. Zolang ik de gids bij me had, regelde zij alles. Wat een genot! Na weer met twee boten mee te zijn geweest, moesten we met de bus naar de volgende plaats. Daarvandaan ging zij terug naar Saigon en ging ik alleen verder naar Chau Doc.de gids had me verteld dat daar een busje van dezelfde maatschappij me naar het hotel zou brengen. Ik had haar al een kamer laten reserveren, want een kamer zoeken leek me op dit moment niet zo handig. Maar op het busstation bleek er geen busje te zijn. Een man noemde mijn gids een leugenaar, maar daar was ik het niet mee eens. Hij vroeg mij naar welk hotel ik wilde en dat bleek het hotel te zijn waar hij voor werkte. Dus heeft hij me erheen gebracht. De kamer viel een beetje tegen voor het geld (120.000 VND, 7,5 USD of € 5,71), maar het was maar voor een nacht. Deze man kon ook mijn bootticket naar Cambodja regelen, dus dat was erg handig. Nu hoefde ik alleen nog maar een restaurant te zoeken.
De volgende ochtend werd er voor de afgesproken tijd op mijn deur geklopt dat de cyclo voor me klaarstond (de man had een cyclo geregeld in plaats van een motor, omdat dat tocht wat handiger was in mijn situatie). Gelukkig was ik al bijna klaar. Ik werd zo’n beetje om de hoek gebracht, waar onder andere een Nederlands stel zat dat ik in Sa Pa ontmoet had. Zij gingen met dezelfde slow boat naar Cambodja. Gezellig! De boottocht was erg mooi. Eigenlijk kan ik het met niets vergelijken, maar als het moet is het een kruising tussen de backwaters in Kerala, de Weerribben en De Beets. De backwaters in Kerala in verband met de tropische plantengroei, De Weerribben op de smallere wateren en De Beets op de grote Mekong rivier. Maar zoals gezegd ook weer heel anders dan deze drie. Als je van natuur en water houdt, is het echt een aanrader. Maar blijf wel op het water, want zodra je eraf komt (wij hebben nog een minority village bekeken en een moskee daar), dan is het gelijk weer een drukte van jewelste. Net zo druk als de wegen in India. We hebben overigens ook nog een visboerderij bekeken. Van de 100.000 vissen waar ze mee beginnen, blijven er na vier maanden ongeveer 60.000 over. Deze worden dan verkocht aan een andere visboerderij die ze nog tien maanden laat groeien. Dan zijn er nog 40.000 over. Dat betekent dat er elke dag vissen doodgaan. Voordat deze drijven, moeten ze uit het water gehaald worden (anders vervuilen ze teveel). Dat betekent dat de eigenaar ongeveer zes meter moet duiken om de dode vissen uit het water te vissen. Soms gebuiken ze hierbij ook zuurstofcilinders. Het visvoer maken ze ook zelf, elke dag opnieuw. Je kunt wel nagaan dat met zoveel vissen er ook kilo’s visvoer doorheen gaat.
De boot tot de grens duurde ongeveer drie uur. Hier hebben we geluncht, terwijl onze gids onze visa’s regelde. De grenscontrole in Việt Nam ging gemakkelijker dan toen ik kwam. Hier hadden ze een röntgenapparaat en hoefden we niets uit te pakken. Ook in
Cambodja ging het zonder problemen. Nog drie uur op de boot. Helaas begon het te regenen, zodat we de zeilen aan de zijkanten moesten aanbrengen en ons fantastische uitzicht belemmerd werd. Nog anderhalf uur met de bus en we waren in Phnom Penh. Met het Nederlandse stel hebben we een tuk-tuk naar Lazy Fish Guesthouse genomen. Uiteraard probeerde de chauffeur ons telkens andere guesthouses aan te smeren. Maar daar trapten we natuurlijk niet in. Het is een heerlijk guesthouse, aan het water gelegen. Of liever gezegd op het water gebouwd. Simpele kamers, maar schoon. En erg vriendelijke mensen. Ik heb vandaag mijn mitella afgedaan en wil het een paar dagen rustig aan doen om mijn schouder wat rust te gunnen. Dus heb ik de tijd om mijn weblog bij te werken.
-
26 Mei 2007 - 07:35
Klaas:
Wohh dit is inderdaad een heel verhaal maar goed om te lezen dat je de boel weer op zijn plek hebt. Ik wens je sterkte en hoop dat de spieren tot rust komen. Het is hier Pinksteren en we gaan geloof ik een regenachtig weekend tegemoet. Je moeder zal misschien wel naar de markt gaan op maandag, want in Heerenveen is het markt in oude schoot en Kermis op het plein. Ik ga in Groningen als het droog blijft de atelier route fietsen en indien het regend kan het morgen ook nog. Dus ik krijg een kunstzinnig weekend. Nou meidje tot horens
Greetz
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley